20.1.08

naast ingrijpen ook praten...

Vrijdag zijn we weer als vanouds als groep in gesprek geraakt bij het gemaakte werk. We geven dan commentaar en we sturen aan op een beoordeling, al dan niet in onderlinge overeenstemming. Dat oordeel kan zijn: het is klaar, of: er wordt nog aan gewerkt, en soms ook: jammer dan, dit gaat niet meer lukken. Voor mij vormen die gesprekken de kern van d5. Je kan zeggen dat het maken van gemeenschappelijk werk, of individueel werk vanuit een gemeenschappelijk thema, of individueel werk als reactie op ander werk, kortom de fysieke producten ofwel de "kunst" de kern van d5 betekenen, maar voor mij zijn het vooral die momenten van onderling gedachten en beoordelingen uitspreken over het voorliggende werk. Het zijn magische momenten waarin je als kunstenaar ruimte geeft aan de ratio, het redeneren, het verstand en de logica, zij het een logica in dienst van het gevoel en de intuitie. Die momenten van onderlinge communicatie, waarbij de wetten van het gesproken woord dwingen tot begrijpelijke taal, moet je als kunstenaar een brug slaan naar elkaar vanuit andere vaardigheden en motieven, dan wanneer je als kunstenaar werkt in een tekening of schilderij. In je eigen werk kan je onlogisch zijn, tegenstrijdig, warrig, chaotisch, je kunt onmogelijke dingen mogelijk maken, daarvoor ben je kunstenaar. Beelden hebben immers een eigen logica die zich onttrekt aan de doel/middelen logica van alledag. Een kunstenaar ontwikkelt in zijn werk een persoonlijke grammatica en een persoonlijk idioom. In zijn of haar universum gelden andere wetten.

Het zou eigenlijk voor de hand liggen dat wanneer je met elkaar gaat praten over het onderlinge werk, er een babylonische spraakverwarring ontstaat. Toch gebeurt dat niet. Natuurlijk blijven er verschillen van inzicht en beoordeling, maar er is ook steeds een onderling begrijpen. Eigenlijk een klein wonder.

Geen opmerkingen: