18.1.08

Wat zijn we aan het doen - een poging tot beschouwing

Kan je eigenlijk de aloude perceptie en kijkstrategie wel ondermijnen of zelfs veranderen, die zo sterk bepaald wordt door het idee van de auteur?

Myriam van Imschoot (MvI) maakte in 2002 'Letters on Collaboration, a video Lecture' en publiceerde enkele van deze brieven over samenwerking in de Witte Raaf van december 2007. Zij plaatst kanttekingen bij de strategie van samenwerkers om een psuedoniem of vermomming te gebruiken en daarmee sterk bewust met het auteursbegrip te spelen. (Wij doen dat niet, wij denken alles te laten zien. Waarop ik hieronder nog terugkom.) Myriam zegt:
"Het spel met de ganse auteurskwestie kan de conventionele en vaak economische aard van het statuut van de auteur expliciteren. Het kan verwarring zaaien, verdoezelen, vervormen, het reële werkproces versluieren, maar uiteindelijk wordt de macht van de 'naam', van het 'merk' op die manier niet alleen gedemonstreerd: zo'n demonstratie is tevens een bevestiging en bekrachtiging van de feitelijke situatie. Het is niet omdat dergelijke pogingen tot subversie een logica aan het licht brengen, dat zij die ook ondergraven."

Misschien speelt hier een onoverbugbare kloof... Wij hebben het proces met dit project openbaar gemaakt, en dachten dat daarmee alles zichtbaar werd. Maar is dat wel zo?

Een bezoeker van de eerste week bracht zijn verwachting onder woorden: dat in het eindresultaat straks ook te zien zal zijn hoe de samenwerking eigenlijk verliep. Als iemand zich klein zou gaan voelen in de groep tijdens het proces, dat dit ook af te lezen zal gaan zijn aan de tekeningen in het laatste weekend. Dat het proces op die manier zichtbaar gaat worden in het eindproduct.
Deze verwachting deel ik niet, maar wij hebben wel gedacht dat in het openbaar werken het proces zichtbaar zou maken. Toch is het tot nu toe nog steeds de vraag hoe het proces van samenwerking zoals wij dat ervaren erkend zal worden, gezien zal worden, hoe het begrepen zal worden door het publiek.

Heel kort gezegd werken we alle 5 aan de tekeningen, soms na elkaar, een enkele keer tegelijkertijd. Er begint er een, een tweede reageert op hetzelfde vel. In dit stadium kun je vaak de bijdragen nog 'scheiden', onderscheiden van elkaar. Maar wat er al wel gebeurt: het verhaal gaat niet meer dezelfde kant op, er ontstaat ruimte voor een nieuwe richting. Een derde of vierde, en soms zelfs vijfde bijdrage gaat die richting bepalen, tekenen, betekenen.
Soms gaat het verhaal alle kanten op en komen we er in het beeld niet uit. Een dergelijke wending vraagt om herstel van de richting in de tekening. Wij hebben dat eerder wel opgelost door de tekening aan 1 van ons te geven om 'af' te maken of op een andere manier stevig een stempel op te drukken. Deze ene van de 5 krijgt dan de leiding over de tekening. Het is een kunstgreep omdat we niet aan kunnen zien dat sommige werken verloren dreigen te gaan. Ons eigenlijke doel is in de meeste gevallen iets anders, daar kom ik straks op terug.

Dit 'verloren gaan' of dat de behoefte aan leiding de kop op steekt wordt mooi verwoordt door Daniel Lepkoff: " Samenwerking: meerdere personen verenigen hun talenten en energie om iets te verwezenlijken. Dat 'iets' is het voornaamste. Samenwerken over samenwerking is een cirkelgang. In alle geslaagde artistieke samenwerkingen die ik heb beleefd (het resultaat had een heldere vorm en was waardevol) werd dat 'heldere iets' door één enkele persoon gedefinieerd, te weten de leider. Bij het samenwerken manifesteert het leiderschap zich altijd in het vuur van de strijd. (...) Kunnen volgen is een kunst. Vormen van samenwerking waarbij de deelnemers allemaal evenveel inspraak willen, neigen naar zelfdestructie, doordat elke stem de vorige nuanceert, komt er ruis op de boodschap: een pendelbeweging met verlies."

Misschien moeten we ruimte houden voor dit soort resultaten in onze eindpresentatie, en niet te veel tekeningen willen 'redden' of tot eindresultaat brengen (o, de ijdelheid van de kunstenaar). Want onze samenwerking wordt, als er al sprake is van een leider, hooguit gekenmerkt door een wisselend en situationeel leiderschap.

Eerlijk gezegd was ik het in eerste lezing niet met bovenstaande beschrijving van samenwerken eens. En ging er door me heen: daar zijn wij niet mee bezig... bij ons ligt veeleer de nadruk op dat 'voornaamste iets', maar gek genoeg wel zonder te weten wat het is of waar het naartoe gaat. Wij spreken nauwelijks uit wat we aan het maken zijn, wat het doel is. We zoeken naar die werken en momenten waar " twee stromen bij elkaar komen om een derde stroom te maken, een stroom waarvan we veronderstellen dat hij òns is." (Gilles Deleuze geciteerd door MvI)
"Samenwerking is chemie zonder formule. Niemand weet hoe je het surpluseffect moet bereiken of berekenen. Je kunt het uitlokken, maar je kunt het niet plannen. Als de som van de delen overloopt dan spreken we van magie. Als dat niet gebeurt, dan werken we natuurlijk evengoed samen, maar dan doen we dat zonder die extra gift die samenwerking kan opleveren." (MvI)

Wij lokken het uit. Ja, en we doen het ook als het niet gebeurd: in één ruimte werken met de intentie samen te tekenen, in te grijpen, op hetzelfde vel te werken... er wordt nu zichtbaar dat de interferentie overvloeit, dat vormen overgenomen worden. Soms is nog glashelder wie de kwast hanteerde - en wat zegt dat eigenlijk? En soms ook niet meer, dan zouden we in ons geheugen moeten terugzoeken naar het antwoord op de vraag 'wie deed wat'?

Scheiden en verbinden, samen of even terug naar je eigen veilige plek en vel papier, maar hoe afgescheiden is dat? Een kunstenaar werkt niet in afzondering. Niet buiten de tijdgeest, niet alleen. En bij uitstek houdt een kunstenaar zich bezig met 'zichtbaar maken'. In dit geval maken we door onze samenwerking ook zichtbaar: het auteursbegrip gegrondvest op het idee van de scheppende individu. (Dan maar niet ontwrichten.) :)


Nog één gedachte, waarop ik later wellicht nog een keer terug kan komen:
Door het proces van het gezamenlijk werken openbaar te maken, is naar mijn idee - gebaseerd op de uitwisseling met publiek - niet per definitie dat proces in zijn geheel zichtbaar geworden. Er blijft een stuk van het proces dat wij ervaren onbeleefbaar voor de toeschouwer. Deels misschien omdat het momentopnamen zijn en de toeschouwer niet fulltime in de galerie aanwezig is. Hij of zij is slechts bezoeker, en met enig geluk een terugkerend bezoeker.

Ik houd het daarnaast niet voor onmogelijk dat de hierboven genoemde surplus die de som meer maakt dan het optellen der delen, dat momenten waarop dat gebeurd, of de manier waarop dat tot stand komt, toch onzichtbaar blijven. Wij zelf zijn daar soms heel even getuige van. Het is als een moment: alweer voorbij, ongrijpbaar, hooguit gestold in het eindresultaat. Vaak ook ziet zelfs de kunstenaar pas na het handelen wat er tot stand is gekomen, wat er werkelijk is gebeurd of gemaakt. Het zijn wonderlijke momenten... (die we graag uitlokken!) en die de dichotomie publiek-prive lijken te ontgaan, of te ontstijgen.


---------------------------------------------
Lees over Myriam van Imschoot in de Witte Raaf 130 of op: www.sarma.be
Op deze site zijn ook artikelen te vinden over (de ontwrichting van) het auteursbegrip

Geen opmerkingen: